Om meteen een misverstand uit de wereld te helpen, The Suicide Squad heeft niets maar dan ook niets te maken met Suicide Squad uit 2016. Deze prent is geen reboot, vervolg of prequel op die andere zelfmoordbende waarin toevallig enkele bizarre figuren ook rondlopen.
Ja, Harley Quinn dartelt rond, Joel Kinnaman gromt wat in beeld en Jai Courtney verdwijnt gelukkig snel in een vlammenzee. De opzet is wel krak hetzelfde, alleen bestaat het team uit andere baddies, zit in de regiestoel iemand die perfect weet hoe je zo’n zooitje ongeregeld op het grote scherm laat schitteren en neemt de film zichzelf helemaal niet serieus.
Gunn gaat los
Vooral dat laatste is een opluchting in een DC Universum waarin zelfs superhelden op de rand van een depressie rondvliegen. Met Gunn aan het stuur, doemen de gelijkenissen met Guardians of the Galaxy meteen op aan de horizon, maar dit staaltje popcorncinema is veel brutaler, bloederiger en rauwer.
Het verhaal verschilt geen sikkepit van Suicide Squad zonder ‘The’: Amanda Waller (Viola Davis), de tirannieke leider van een corrupte Amerikaans black-ops afdeling stelt een nieuw team van ultieme superslechteriken samen om de wereld te redden. Met een blik die je naar je graf stuurt, ziet ze de teamleden als wegwerpproducten voor het hogere doel: de belangen van Amerika in de wereld vrijwaren, ten koste van alles en iedereen.
Alien en SpongeBob Squarepants
Terwijl de bendeleden zich in hun kleurrijke en bizarre outfits helemaal uitleven, komen ze er vrij snel achter dat hen een kolossale verrassing staat te wachten die we het beste kunnen omschrijven als een wacko kruising tussen Alien en SpongeBob Squarepants.
Net zoals met Guardians heeft Gunn enorm veel plezier met het uitspelen van de verschillende slechteriken – hij schreef ook mee aan het scenario – die totaal niet bij elkaar passen en elkaar rauw lusten. Dat levert soms grappige taferelen op, maar het merendeel zijn toch losse flodders.
Rare jongens die superhelden
Vooral de eigenaardigheden van de superschurken zijn de grote troef van deze film, zoals de Polka Dot Man die het beeld van zijn moeder steeds projecteert op de mensen die hij dient te vermoorden of John Cena’s Peacemaker die iets te hard vrede najaagt door meer mensen om te leggen dan te redden. Het meer serieuzere personage van Idris Elba, Bloodsport, valt wat uit de toon en gaat voor Elba hopelijk eindelijk de trigger zijn om zich terug op echte rollen te focussen.
Alle registers open
Terwijl bij de Disney-Guardians alles nog wat ingetoomd diende te worden, trekt Gunn deze keer wel alle registers open. Stevig geweld, beenharde gevechten en brutale liquidaties volgen elkaar in snel tempo op. Lekkere staaltjes actiecinema levert het op met o.a. Harley Quinn die zich uitleeft in een bloedballet en een snoeihard gevecht tussen Rick Flag en Peacemaker.
De bij momenten sterke combo van een superheldenfilm die zichzelf helemaal niet serieus neemt, beenharde actie en grappige situaties, zorgt voor twee uurtjes vermakelijk cinemavertier. Maar veel beter dan de vorige Suicide Squad wordt het niet echt. John Cena’s Peacemaker is wel een lichtpuntje. Hij krijgt een eigen serie bij HBO Max. Iets om naar uit te kijken. (Geschreven voor Sven Van Beirs)