“RIDE 4 staat zonder enige twijfel garant voor uren raceplezier op twee wielen”

Als raceliefhebber van het eerste uur heb ik ontzettend veel tijd doorgebracht met de moeder der racegames op de PlayStation 1: Gran Turismo. In 2006 waagde Gran Turismo- ontwikkelaar Polyphony Digital zich aan een vergelijkbare game voor motoren: Tourist Trophy. Maar deze verdween snel naar de achtergrond. Dankzij de Italiaanse ontwikkelaar Milestone kunnen we sinds 2015 opnieuw genieten van een racesimulator voor motoren. Benieuwd of deze vierde editie een stap dichter is in de zoektocht naar de ultieme motorensimulator? Ik zocht het voor jullie uit op de PlayStation 4 én 5.

Waarom Wel?

Visuele pracht en praal

De ontwikkelaars hebben voor dit vierde deel hun focus gelegd op hoe de tracks en motoren gepresenteerd worden in de game. En dat resultaat mag zeker gezien worden want de tweewielers zien er verbluffend knap uit waardoor motorenthousiastelingen zich uren kunnen vergapen aan al dat moois.

En dat van die uren kan je letterlijk nemen. Milestone heeft maar liefst 176 motoren en 22 officiële constructeurs in de game zitten. Daar komen er nog een 80-tal bij via, al dan niet betalende of gratis, DLC. Dit geldt ook voor de circuits waarop je aan de slag kan. Akkoord, de omgevingen zien er niet altijd even levendig uit, maar de 30 circuits zelf werden tot in het kleinste detail nagebouwd of aangepast.

60fps? Check!

Op PlayStation 5 loopt alles nog een pak vlotter en beter. Waar iedereen als eerste naar kijkt is of de game 60fps haalt. En ja hoor, dat doet hij zeker op PlayStation 5. De races voelen op next-gen een stuk vloeiender aan doordat de refresh rate zo hoog is. En ja, je merkt effectief het verschil met de PlayStation 4-versie.

Daarnaast krijg je nu alle races te zien in fantastische 4K-graphics, als je tenminste over een 4K-televisie beschikt. Bovendien zijn de laadtijden verbazingwekkend kort op de PlayStation 5 waardoor je vrijwel altijd onmiddellijk in de actie zit. Dit in combinatie met de 60fps maakt dat je de meest optimale beleving krijgt voorgeschoteld op next-gen consoles.

Vlotte besturing

Het belangrijkste bij een racegame is de handling van de machines die je bestuurt. En dat is, logischerwijs, toch even wennen. Zeker als je net zoals ik gewend bent om te racen met bolides op vier wielen. De punten waarop je moet beginnen remmen liggen een stuk verder van de apex en ook het insturen is een pak moeilijker. De motoren nemen hun bochten veel minder scherp dan je zou verwachten.

Eens je door deze moeilijke leercurve heen bent is het vooral genieten. Je zult deze gewenningsperiode vooral moeten uitzitten tijdens de carrièremodus of de time trials en custom events opties. 

Aangepast voor je DualSense controller

Een absolute pluspunt ten opzichte van de PlayStation 4-versie is dat de next-gen versie nu gebruik maakt van de mogelijkheden van de DualSense controller. Zo spannen de adaptieve triggers op wanneer je aan het racen bent. Dit zorgt ervoor dat je een inspanning moet doen om te remmen voor een bocht. Dit zorgt meteen voor meer connectie met je racemachine.

Net zoals de haptische feedback trouwens. Deze is een stuk gevoeliger dan de DualShock 4-controller waardoor je de minste trilling voelt. Het spreekt voor zich dat deze pluspunten enkel gelden voor de PlayStation 5-versie van de game. Gamers die spelen op de Xbox Series X|S kunnen niet genieten van deze optimale besturing.

Van het ene kampioenschap naar het andere

De hoofdmoot in Ride 4 is de carrièremodus. Deze werd op de schop genomen ten opzichte van de vorige editie. Je start nu in een regionale competitie naar keuze, Europees, Amerikaans of Aziatisch. Breng je deze tot een goed eind, dan stoot je door naar de World League, waarin je het meeste van je tijd zal doorbrengen. Ben je hier de beste? Dan wacht de World Superbike League of de nieuwe World Endurance League. In deze laatste competitie draait het, zoals de naam al doet vermoeden, om uithoudingsraces die wel enkele uren kunnen duren. Of wat dacht je om een volledige 24-uursrace?

Hierin komt het dynamische weersysteem én de dag- en nachtcyclus echt wel tot zijn recht. En er is meer dat deze nieuwe competitie te bieden heeft. Je zult rekening moeten houden met het brandstofverbruik van je bolide én sleet op je banden. Tijdig een pitstop inplannen is hier de boodschap.

Waarom Niet?

Te weinig content

Het grootste probleem met de game is dat er niet gigantisch veel content aanwezig is. De carrière is leuk, maar ging na een tijdje wat vervelen omdat je weinig stimulans hebt, met uitzondering van de Endurance Races om lang door te gaan.

Ook de multiplayer stelt op dit moment weinig voor. Je komt in een lobby terecht en dat is het zowat. Er staat wel een update gepland waarin wekelijkse uitdagingen geïntroduceerd worden en meer de nadruk op esports gelegd zal worden met de introductie van een Race Director Mode.

Maar daar hebben we op dit moment niet veel aan. Het is mooi om te zien dat er veel werk en detail gestoken is in de motoren zelf. Maar als er weinig te doen is met deze prachtige bolides raak je ook niet echt ver.

Twee maten, twee gewichten

Het is mooi dat ontwikkelaar Milestone ervoor gekozen heeft om een gratis update te geven aan iedereen die de game al op PlayStation 4 en Xbox One heeft gekocht. Wil dat zeggen dat je altijd recht hebt op deze update? Neen zo blijkt. Want je hebt maar tot 30 april 2021 recht op deze gratis upgrade.

‘Schandalig’ hoor ik sommigen onder jullie al roepen. Maar op zich is dit geen onlogische keuze om deze service in tijd te beperken. Want is het fair dat gamers die de game in een later stadium aanschaffen (aan een lagere prijs of tweedehands) ook deze update krijgen?

Dat is hoe dan ook voer voor discussie, maar ik kan de uitgever hier zeker wel in volgen. Er is veel tijd en energie gestoken in deze next-gen update, dus ze mogen daar zeker de vruchten van plukken in de toekomst. Het had allemaal wel wat transparanter mogen zijn bij de release van de game.

---